Delphi temenos

De temenos (hof) van Apollo wordt gevormd door een ratjetoe aan monumenten. Met de tekst van Pausanias, een goede reconstructie (bron: Papachatzis) en de vondsten in het museum, is het echter toch mogelijk zich een goede voorstelling te maken van de site.

Van de schathuizen in Delphi, die werden gebruikt om de votiefgaven in op te stellen van de steden die ook de schathuizen hadden laten bouwen, is dat van de Atheners (rechts), gebouwd rond 490 v. Chr. het bekendste. Het schathuis van de Knidiërs (links) is tamelijk slecht bewaard gebleven. Van het schathuis van de Siphniërs (rond 525, reconstructie onder) zijn nog grote delen van het (Ionische) fries bewaard gebleven, die te zien zijn in het museum in Delphi. Dit prachtig gedetailleerde archaïsche fries is alleen al een bezoek aan het museum waard. Voldoende fragmenten van het schathuis (inclusief de Karyatiden ) zijn bewaard om een complete reconstructie van de voorgevel mogelijk te maken.  Enkele foto’s van het fries worden hieronder getoond.

De schathuizen (8-13)

1 stier van Kerkyra (9.3)
2 monument v.d. Arkadiërs (9.5)
3 monument Spartanen (9.7-11)
4 monument Marathon + Houten    Paard (9.12-10.2)
5 Zeven tegen Thebe (10.3)
6 Epigonen (10.4)
6a koningen Argos (10.5)
7 monument Tarantijnen (10.6)
8 schathuis Sikyon (11.1)
9 schathuis Siphniërs (11.2)
10 schathuis Thebe  (11.5)
11 schathuis Athene (11.5)
12 schathuis Syracuse (11.5)
13 schathuis Knidos
14 bouleuterion
15 rots v.d Sibylle (12.1)
16 zuil v.d. Naxiërs
17 zuilbases v. Monument
18 Stoa Atheners (11.6)
19 schathuis Korinthe (13.5)
20 schathuis Kyrene
21 Prytaneion
22 slangenzuil Plataia (13.9)
23 strijdwagen Rhodos
24 verscheidene monumenten
25 altaar v. Chios
26 monument Prusias
27 tempel Apollo
28 monument Aemilius Paulus
29 stoa Aitoliërs
30 theater
31 monument Daochos
32 hof v. Neoptolemos
33 Dionysos-heiligdom?
34 Leschè Knidiërs

Links: drie godinnen zitten de uitkomst af te wachten van een duel voor de poorten van Troje. Midden: strijd tussen de goden en giganten; twee leeuwen, die de strijdwagen trekken van Artemis, vechten dapper mee. Rechts: Apollo en Herakles strijden om het bezit van de heilige drievoet van Delphi; in het midden de god Zeus, die in het gebeuren ingrijpt.

Het schathuis van de Atheners uit ongeveer 490 v. Chr. schitterend is gerestaureerd. De bewaard gebleven metopen beelden de heldendaden af van Herakles en Theseus en zijn waarschijnlijk symbolisch te interpreteren als de overwinning van de Atheners (= Theseus en Herakles) op de Perzen (= het Kwaad, de diverse tegenstanders) in de slag bij Marathon van 490 v. Chr. Interessant zijn ook de in de zijmuur aangebrachte afbeeldingen van kransen, met erbij geschreven de namen van de Atheners die in de Spelen de overwinning hadden behaald.

Het museum bevat verder paardrijdende Amazones, die op de hoeken van het dak hebben gestaan (een verwijzing naar Theseus’ verdediging van Athene tegen een invasie van de Amazones) en de resten van de frontonsculpturen, alles in een fraai archaïsche vormgeving.

Herakles bedwingt de hinde van Artemis
Theseus strijdt met de Minotaurus
Theseus bedwingt de stier van Marathon

Zuilenhal van de Atheners en steen van Herophile (15 + 18)

De Steen van Herophile werd volgens Pausanias door één van de Sybilles gebruikt als “podium” om haar voorspellingen te laten horen.

 

 

De zuilenhal van de Atheners.

De letters van de erop staande inscriptie hebben een archaïsche vormgeving en dateren uit ongeveer 500 voor Christus. De zuilenhal moet daarom veel ouder zijn dan Pausanias  denkt , opgericht naar aanleiding van een beroemde overwinning van de Atheners over de Boiotiërs in 507 ( vergelijk Herodotos 5.77), of naar aanleiding van de zeeslag bij Salamis in 480. De buit van de Peloponnesische oorlogen is vervolgens later neergezet. De inscriptie luidt:

 

          De Atheners hebben deze zuilenhal neergezet en de wapens en de

bootversieringen die ze op de vijanden hebben veroverd.

Apollotempel (27)

De grote tempel van Apollo in Delphi is momenteel vermoedelijk het meest gefotografeerde object van het hele heiligdom. De tempel staat aan de noordkant direct op de maagdelijke rotsbodem, maar aan de zuidkant (vanwege het sterk aflopende terrein) op platform van onregelmatig bewerkte stenen met een totale hoogte van 4.60 m. De tempel bezat 6 x 15 met stuc overtrokken zuilen. De mythische voorgangers uit Pausanias niet meegerekend stonden op dezelfde plek eerst een houten tempel uit de 7e eeuw voor Christus, die in 548 v. Chr. in vlammen opging, daarna een grote archaïsche tempel, gebouwd tussen 530 en 505 v. Chr., die uitvoerig werd bewonderd door Aischylos, Euripides en Pindaros. Talloze fragmenten van deze tempel zijn teruggevonden, waaronder (deels) ook de gevelsculpturen, die nu in het plaatselijk museum zijn te bewonderen. De huidige tempel, gebouwd na de ondergang van de archaïsche tempel in 373 v. Chr. is gebouwd tussen 366 en 329 door Xenodoros en Agathon, is in 88 v. Chr.  in brand gestoken door barbaren uit Thrakië en daarna verder onttakeld door de Romeinse veldheer Sulla, en hersteld door keizer Domitianus. Het is in deze uitvoering dat de tempel door Pausanias werd gezien en beschreven. Hij vermeldt hierbij vergulde schilden die aan de zijkanten en voorkanten van de tempel waren opgehangen (oorlogsbuit van de Atheners in gevecht met de Perzen bij Marathon en later in de strijd met de Kelten), en geeft een korte beschrijving van de frontonsculpturen (aan één kant Artemis, Leto, Apollo en de Muzen, aan de andere kant Dionysos met zijn aanhangsters, de Thyiaden) die zeer fragmentarisch bewaard zijn gebleven.

 

 

Bijzonder interessant zijn de resten van enkele van de vele votiefgaven die voor de tempel bewaard zijn gebleven, of, zoals bij de slangenzuil van Plataia, uit het niets zijn ‘gereconstrueerd’. Voor dit monument (en enkele anderen), dat de slag bij Plataia tegen de binnengevallen Perzen uit 479 v. Chr. moest gedenken, zie ook de pagina ‘enkele votiefgaven‘.

 

 

 

Het grote altaar voor Apollo, dat door de bewoners van het eiland Chios was gefinancierd, gaf hun het recht om altijd voor te dringen in de rij als ze het orakel van Apollo wilden raadplegen, zoals uit de tekst op het altaar blijkt: “De Delphiërs hebben aan de mensen van Chios het recht van het eerste orakel gegeven”.

Bijzonder, maar nog slechts als voetstuk aanwezig vóór de tempel is het Monument van de Danseressen, bekroond met (een kopie) van de beroemde ‘omfalos’, de ‘Navel van de Wereld’ die in Delphi stond en het exacte centrum van de wereld aangaf.

 

Theater

Rechts: Het theater van Delphi, schouwplaats voor de muzische onderdelen van de Pythische Spelen. Naar goed Grieks gebruik is ook dit theater half tegen en half in de berghelling gebouwd. Oorspronkelijk aangelegd in de 4e eeuw v. Chr., is de huidige vorm van het theater te danken aan de reconstructie in marmer uitgevoerd door Herodes Atticus rond 160 n. Chr. De voorkant van het (nu verdwenen) podium was versierd met een fries waarop de heldendaden van Herakles stonden afgebeeld. De resten van het fries zijn nu te bekijken in het museum.

 

Vlnr. Herakles grijpt Kerberos, de Hydra, Herakles en Nessos

Stadion

Het stadion: Het stadion is in de vijfde eeuw voor Christus gebouwd. In het begin zaten de toeschouwers op de grond, maar in de Romeinse periode werden er zitrijen gebouwd op kosten van Herodes Atticus, aan de noordzijde (uitgehouwen in de rotsen) in de lengte 13 “trappen” hoog, aan de zuidzijde (ondersteund met metselwerk) 3 “trappen”. In totaal bood het stadion hiermee ruimte aan zo’n 7000 toeschouwers. In de ingang stonden vier pilaren,de twee middelste hadden nissen voor standbeelden. Door de poorten tussen de pilaren kwamen de atleten en de scheidsrechters naar binnen. Het stadion is 187 meter lang, de renbaan zelf 177,55 meter, de breedte is 25,5 meter. Door gepleisterde strepen op de grond werden de start en het einde aangegeven. Bij de start zitten gaten in de grond, waar de lopers hun voeten in zetten. In het midden van de noordkant stonden in de breedte lange banken met leuningen, de ereplaatsen voor scheidsrechters. In een hoek boven in het stadion was een bron, zodat men kon drinken.

Rechts: toegang tot de bron. Onder: de start (met de startlijn) en twee keer het stadion zelf, gefotografeerd van beide kanten.