Amphiareion

Het Amphiareion bij Oropos is een idyllisch gelegen heiligdom ter ere van de legendarische koning van Argos, Amphiaraos. Deze koning, die over profetische gaven beschikte, zag zich genoodzaakt mee te doen met de tot mislukken gedoemde aanval van “de Zeven” op Thebe, doordat zijn vrouw zich met een prachtige ketting had laten omkopen. Op het moment dat de aanval van de Zeven definitief mislukt was, wendde Amphiaraos zijn strijdwagen en vluchtte weg, vergeefs… Zeus liet de aarde voor zijn strijdwagen opensplijten, en hij verdween daarin compleet met paard en wagen en zijn trouwe wagenmenner.

Doordat Amphiaraos nu onder de grond was terechtgekomen, werd hij onsterfelijk en vanwege zijn profetische gaven vereerd als god. Zieken zochten hun toevlucht in zijn heiligdom, en legden zich (na een ram te hebben geofferd en geld te hebben geworpen in de heilige bron) te slapen in het enkoimeterion, gehuld in het vel van de ram die ze zelf hadden geofferd. Amphiaraos verscheen vervolgens in een droom aan de zieke en genas hem zelfstandig, of gaf aanwijzingen hoe de zieke weer gezond kon worden.
In het heiligdom bevinden zich de tempel voor Amphiaraos zelf , een lange rij met voetstukken voor wijgeschenken , de langgerekte zuilengalerij van het enkoimeterion, en een prachtig theatertje met schitterend versierde stoelen voor de priesters.

Een interessante inscriptie (linksonder) is gewijd aan Brutus, moordenaar van Caesar en door de senaat benoemd tot opperbevelhebber over de troepen van Griekenland, Macedonië en Illyrië in de strijd tegen de aanhangers van Caesar. In deze inscriptie wordt hij geëerd als “redder”(σώτηρ), vanwege zijn aandeel in de moord op Caesar. Brutus kon aldus de rol van tirannendoder claimen, vergelijkbaar met de Atheners Harmodios en Aristogeiton, die de Atheense tiran Hipparchos hadden gedood, en is mogelijk om die reden hier geëerd. Ook zal hebben meegespeeld  het feit dat Brutus en Cassius geen medelijden hadden met wie zich tegen hen verzette. De inscriptie luidt:

 

[ὁ δῆμος Ὠρωπίων]               Het volk van Oropos (geeft een beeld van)
Κόïντον Καιπίωνα Κοΐν[του] Quintus Caepio, de zoon van Quintus,
υἱὸν Βροῦτον τὸν ἑατο[ῦ]        Brutus, (zijnde) van hem
σωτῆρα καὶ εὐεργέτην       de redder en weldoener
Ἀμφιαράωι                  aan Amphiaraos.

 

Zoals wel vaker gebeurde, hebben de Oropiërs in de haast eenvoudig een beeld van een ander hergebruikt, door de oorspronkelijke inscriptie weg te hakken. Dit gedrag is eenvoudig vast te stellen, doordat zij vergaten (of gewoon de moeite niet namen) om de naam van de beeldhouwer weg te hakken: Θοινίας Τεισικράτου Σικυώνιος ἐποίησεν (Thoinias, de zoon van Teisikrates, uit Sikyon heeft dit gemaakt, nummer 5 op de plattegrond). Een basis van een beeld van Thoinias’ vader (flor. 320-284 vC) is in de Romeinse tijd hergebruikt om een beeld van de Romeinse dictator Sulla te dragen. Uit later tijd vinden we een voetstuk voor een standbeeld voor Marcus Agrippa (nummer 3 op de plattegrond), de steun en toeverlaat van keizer Augustus, al evenzeer hergebruikt, gezien het feit dat het voetstuk de naam draagt van de beeldhouwer Metiochos, die ruim 300 jaar vóór Agrippa leefde. Bron: les Pierres qui parlent.