Antirrio +

Het gebied ten noord-westen van de brug Rio – Antirrio herbergt tal van buitengewoon interessante antieke ruïnes, resten van steden die vaak wel zijn genoemd door Pausanias, maar niet bezocht. Naar de reden hiervan kunnen we soms alleen raden, soms is het ook bekend. Zo vertelt Pausanias dat keizer Augustus o.a. het antieke Kalydon heeft ontmanteld en de inwoners van het zieltogende stadje heeft overgebracht naar Patras, vanuit de gedachte “beter één grote, florerende stad, dan tien armzalige gehuchten.” In het geval van Makyneia, Molykrion en Pleuron is de reden dat Pausanias ze niet heeft bezocht onbekend, maar ook hier ligt een ontmanteling door Augustus voor de hand. Zo niet, dan waren de stadjes mogelijk al vóór Augustus grotendeels verlaten. Enkele van de meest interessante worden hier desondanks toch behandeld.

Makyneia

Het antieke Makyneia, gelegen tussen Chalkis en Molykreion, wordt wel geïdentificeerd met de resten van een antieke stad iets ten westen van Antirrio op een heuvel die bekend staat als Palaiokastro. Makyneia was van oorsprong een Lokrische stad, maar viel later in handen van de Aitoliërs. De stad floreerde in Hellenistische tijden, en is waarschijnlijk door Philippos V verwoest in 218 of 207 voor Chr. Hij wordt door Pausanias niet genoemd. Op Palaiokastro zijn de schamele resten van een akropolis teruggevonden, plus een klein theatertje en een tempel. De akropolis werd beschermd door een verdedigingsmuur (bestaande uit twee muren met puin ertussenin ) met 8 torens en twee bastions, momenteel sterk vervallen. Op de foto is op de achtergrond de grote brug van Rhion goed te zien.Het theater zal oorspronkelijk ook hebben gediend voor volksvergaderingen. Er zijn 14 rijen banken bewaard, maar de skènè is geheel verdwenen. Voor de eregast stond er een stenen troon aan de noordzijde van de cavea.

Molykreion

De kaap die tegenwoordig bekend staat als Antirrhion viel in de oudheid onder een Korinthische kolonie genaamd Molykreion. Deze stad, tussen Naupaktos en Antirrio, heeft oorspronkelijk ook het Poseidon-heiligdom in Rhion beheerst, totdat de Achaiërs zich daarvan meester maakten. De exacte ligging is omstreden. De tempel op de akropolis bij het moderne dorpje Velvina is wel eens toegeschreven aan Molykreion, maar dat wordt -gezien de ligging in het binnenland – ook wel bestreden. Deze tempel (14 x 31 m.) had oorspronkelijk 6 x 13 zuilen. De ligging is buitengewoon mooi, uitkijkend over de Korinthische golf en (in de verte) Naupaktos. Behalve de tempel zijn er de resten van het priesterhuis te zien, een tweede tempel en de (zeer schamele) resten van een zuilenhal.
Pausanias (9.31) noemt Molykreion alleen in samenhang met de moord op de Griekse dichter Hesiodos, die een meisje zou hebben verkracht. Haar broers vermoordden uit wraak Hesiodos en vluchtten vanuit Naupaktos naar Molykreion. Daar zouden ze zich hebben misdragen tegenover Poseidon, die daar blijkbaar werd vereerd, en zijn gestorven.

Boven:  twee maal de resten van de tempel van Velvina vanuit de lucht, onder: de tweede tempel op de akropolis,en het priesterverblijf op de akropolis van Velvina.

(Hupo) Chalkis

Het stadje Chalkis stond al bij Homerus bekend als één van de stadjes van de Aetoliërs, waar het genoemd wordt in de z.g. Scheepscatalogus, een opsomming van de deelnemende Grieken aan de Trojaanse oorlog:

“De Aetoliërs stonden onder het bevel van Thoas, de

  zoon van Andraimon, de bewoners van Pleuron,

Olenos en Pylene, het aan zee gelegen Chalkis en het

 rotsige Calydon.”

Meer dan een fraaie ligging aan zee is niet meer over, behalve de magere resten van een Byzantijns kerkje hogerop in het binnenland. Van die plek af is ook de gunstige ligging van de oude akropolis goed te zien.