Romeinse Agora

De Romeinse Agora

De Romeinse Agora (1) in Athene is aangelegd als een warenmarkt zonder duidelijke representatieve functie. Toch hebben de Romeinen hun best gedaan om de markt te voorzien van een monumentale ingang in de vorm van een Dorische tempel met vier zuilen, de poort van Athena Archegetis. Een (sterk geërodeerde) inscriptie boven de architraaf vermeldt werkzaamheden door Caesar en Augustus aan de markt. De markt zelf werd rondom omgeven door een zuilengang, waardoor de bezoeker ooit beschut voor regen of zonneschijn rond de kraampjes kon wandelen. Pal aan de markt grenzen de bibliotheek van Hadrianus (2), de openbare toiletten uit Romeinse tijd (3) en de Toren van de Winden (4). De latrines zijn van het gebruikelijke Romeinse type, met meerpersoons-zitplaatsen langs de kanten, en een watergootje direct voor de voeten. De Toren van de Winden, ook genoemd het horologion van Andronikos Kyrrhestes is een van de best bewaarde antieke bouwwerken van Athene. Midden op de Romeinse Agora bevindt zich nog een moskee uit de tijd van de Turkse overheersing.

De Toren van de winden

 

 

 

 

De befaamde Toren van de Winden werd in de eerste eeuw v. Chr. gebouwd door de syrisch-griekse architect Andronikos van Kyrrhos. De toren diende als water en zonne-uurwerk, windwijzer en mogelijk als planetarium. Op het marmeren fries zijn de acht windrichtingen uitgebeeld als vliegende windgoden, elk met hun eigen karakteristieke uiterlijk. Oorspronkelijk werd het dak gesierd met een bronzen triton die met de wind meedraaide en de heersende wind aanwees op het fries. Een halfrond torentje aan de zuidkant bevatte ooit het waterreservoir nodig om de waterklok te laten werken. Het fries is goed herkenbaar en vertoont verschillende goden.

Boreas: Hij brengt ijzige kou mee uit het noorden. Hij wordt afgebeeld als een oude man met een baard en een streng gezicht, verwilderde haren en een baard, die met bolle wangen op een tritonsschelp blaast.

Skiron:  De noordwestenwind, de droogste van allemaal. Hij wordt afgebeeld als een baardige man, die een vaas vasthoudt, met de opening naar beneden gericht.

Zephyrus:  De milde westenwind die lenteachtig weer met zich meebrengt. Hij ziet eruit als een vrolijke jonge man, naakt vanwege de warmte die hij met zich meebrengt en hij draagt in een aparte lap of omslagdoek bloemen.

Lips:   Een hete woestijnwind uit Afrika uit het zuidwesten. De windgod houdt een deel van een schip vast in z’n handen, mogelijk de restanten van een Perzisch oorlogsschip. Na de slag bij Salamis blies een zuidwestenwind de resten aan land.

Notus:  De vochtige zuidenwind, een wilde jonge man en een regenbrenger net als Eurus. In zijn handen draagt hij een waterkruik.

Eurus:   Een wind die met drukkende regenlucht en onweer uit het zuidoosten aankomt. De god ziet er nors uit, met verwarde haren en een baard en is gehuld in een dikke mantel.

Apeliotes:  De warme oostenwind, afgebeeld als een krachtige jongeman die korenaren en vruchten in zijn gewaad draagt.

Kaikas: De wind uit het noordoosten, die storm brengt en de hemel verduistert met z’n wolken. Kaikas schudt hagelstenen uit zijn schild.

 

In de middeleeuwen ging men ervan uit dat Socrates in deze toren lag begraven. Omstreeks 1750 behoorde de toren toe aan een mohammedaanse sekte, die van de dansende Derwishen.