Pheneos

De vlakte van Pheneos ligt een 100 m. hoger dan de vlakte van Orchomenos en heeft geen andere uitweg voor het regenwater  dat van de omringende bergen afkomt en van het riviertje Pheniatiko dan de genoemde zinkputten onderaan de berg Oryxis. Het water komt achter de westelijke heuvels van de vlakte van Pheneos weer tevoorschijn als de bronnen van de rivier de Ladon bij het huidige Lykouria. Wanneer de zinkputten verstopt raakten groeide het moeras van Pheneos tot een meer, dat echter snel weer kon leeglopen wanneer de zinkputten weer open gingen, met overstromingen van de Ladon en de Alpheios tot gevolg. Zo zijn er lange periodes waarin de vlakte van Pheneos een vruchtbare hoogvlakte is, afgewisseld door periodes waarin er een uitgestrekt meer ligt. Frazer geeft aan dat in de 19e eeuw rond 1806 en 1834 er droge periodes zijn geweest, maar in de tijd ertussenin en erna (ook in zijn tijd, 1895) lag er weer een meer.

 

Van het antieke stadje Pheneos (dichterbij het moderne Kalivia dan bij het moderne Phenéos gelegen) zijn maar weinig restanten bewaard. Gelegen op een plateau omringd door het Aroania gebergte en het Kyllene gebergte is het vooral de moeite waard voor de natuurliefhebber. Het hoofd en de voeten van een meer dan levensgroot beeld van Hygeia, de dochter van Asklepios, zijn gevonden temidden van de antieke resten van een kleine tempel van Asklepios en bevinden zich in het museum van Kalivia. De rest van het beeld zal van hout zijn geweest. Bovenop de heuvels zijn nog enkele resten van de antieke stadsmuren.
Het Asklepios-heiligdom van Pheneos wordt door Pausanias niet besproken, mogelijk omdat het na z’n laatste aanpassing rond 140 voor Chr. (de tijd van de beeldhouwer van de cultusbeelden) tijdens één van de hoogwaterperiodes van het Pheneos-meer is overstroomd en onder de modder is verdwenen.

 

Het Asklepios-heilgdom bestond uit een dubbele tempel plus bijgebouwen. Nr. 1 op de plattegrond bestond uit een groot platform (10 x 6.10 m.), met daarop een inscriptie: “De beelden zijn vervaardigd onder het priesterschap van Asklepios van  Therilaos, de zoon van Heroidas”, en “Attalos, de zoon van Lacharos, uit Athene heeft (ze) gemaakt”. Achter dit platform werden meerdere brokstukken van sandalen gevonden, vingers en een hoofd. Hieruit blijkt dat Asklepios een mogelijk akrolithisch (alleen hoofd, handen en voeten van steen) beeld heeft gehad, 3 x levensgroot, terwijl Hygeia (van wie het hoofd is, een 2 x levensgroot beeld heeft gehad. De ruimte nr. 2 heeft de prachtige marmeren vloer gehad die hieronder staat afgebeeld (ook in museum Kalivia). In ruimte nr. 5 stond opnieuw een voetstuk, veel kleiner, voor 2 levensgrote beelden, terwijl daarvoor (nr. 6) een marmeren tafel is gevonden voor offergaves.

Foto’s geheel boven v.l.n.r. 1) de vlakte van Pheneos (foto Wikipedia) , 2) het voetstuk voor de beide cultusbeelden, 3/ 4) een overzicht van de momenteel zichtbare ruimtes. Boven 6) het hoofd van Hygeia, 7) de marmervloer van kamer nr. 2, , 8) de marmeren tafel in situ. Plattegrond, marmervloer en tafel in situ overgenomen uit Papachatzis.

Boven: munt uit Pheneos met aan de ene kant de godin Maia (de moeder van Hermes) en aan de andere kant Hermes, die de baby Arkas (stamvader van alle Arkadiërs) op zijn armen houdt. Hermes was volgens Pausanias de voornaamste godheid van de Pheneaten.

 

Rechts, de marmeren tafel in het museum, en de gesandaalde voet van Asklepios.