Nafplio

Nafplio, een Venetiaanse stad met oud-Griekse wortels. Al bewoond in de Mykeense periode, maar vernietigd rond 600 v. Chr. door de koningen van Argos, was het vooral de zeer gunstige ligging die meerdere malen tot een herstichting heeft geleid. In Venetiaanse tijd bekend staand als het Napoli di Romania, is het moderne Nafplio grotendeels een Italiaans aandoend stadje. Overigens was Nafplio tot enkele jaren na de stichting van het onafhankelijke Griekenland de eerste hoofdstad van Griekenland. Het was ook in Nafplio dat de eerste president van Griekenland, Johannis Kapodístrias in 1831 werd vermoord.

 

Resten van Mykeens Cyclopisch muurwerk duiden op een versterkte Mykeense burcht, maar het stilzwijgen van Homeros en de armetierige vondsten in de kamergraven duiden op een onbelangrijke nederzetting, mogelijk onderhorig aan de heersers van Tiryns.

In de 8e eeuw v. Chr. was Nauplia een belangrijke macht en één van de stichters van de Kalaurische Bond, maar rond 600 v. Chr. werd de stad verwoest door de koningen van Argos, die van een rivaal af wilden. Rond 300 v. Chr. werd het westelijk deel van de Akronauplia versterkt en beleefde Nauplia een nieuwe periode van bloei, maar in de tijd van Pausanias was het weer grotendeels verlaten.

Johannes Kapodistrias

In de vroege middeleeuwen bestond er in elk geval een kasteel en een kleine nederzetting, die meer en meer groeide naarmate invallen van de Slaven op de Peloponnesos een vluchtelingenstroom op gang brachten. In de 12e eeuw werd de Akronauplia opnieuw van muren voorzien door de Byzantijnen, vaak bovenop de Hellenistische fundamenten, en rond 1200 maakte Leon Sgouros Nafplio tot een centrum voor zijn eigen rijk, dat onder meer Argos en Korinthe omvatte, en dat hij lange tijd met succes wist te verdedigen tegen de Frankische kruisridders.

De grootste invloed op het uiterlijk van de moderne stad hebben echter de Venetianen gehad, die in 1389-1540 over Nafplio heersten en nogmaals in 1686-1715. In deze tweede periode werd de Palamidi-heuvel (vernaamd naar Palamedes, de zoon van de stichter – held Nauplios) van zeer uitgebreide fortificaties voorzien, die de stad (verbasterd tot Napoli di Roma) tot het machtigste fort van Griekenland, zo niet van Europa maakten. Dat Nafplio desondanks in een nieuwe oorlog tussen Venetië en de Turken al na twee weken viel, lag aan de enorme onderbezetting van het Venetiaanse garnizoen en – mogelijk – verraad van de Franse artillerie en de garnizoenscommandant. Van het Nauplia van Pausanias is – afgezien van enig muurwerk – niets meer te zien. Hij schrijft:

 

Nauplia ligt, denk ik vijftig stadiën van Temenion verwijderd, in onze tijd verlaten en leeg. Stichter van de stad is Nauplios geweest, van wie wordt verteld dat hij een zoon is geweest van Poseidon en Amymone. Overgebleven zijn nog resten van de stadsmuren en er zijn een heiligdom voor Poseidon en havens in Nauplia, er is een bron die Kanathos wordt genoemd. De Argivers vertellen dat Hera elk jaar door zich daar te wassen haar maagdelijkheid herwint.  (Pausanias, 2.38.2. )

De Venetiaanse leeuw  is op vele plekken van de stad terug te zien, zoals hieronder op een van de poorten van de Palamidi-burcht en op de kanonnen van de Venetianen, die nog te zien zijn in het parkje vlak bij het station (bij het monument voor Kolokotronis). Het is van oorsprong een heraldiek dier dat werd geassocieerd met de evangelist Marcus, die sinds het vervoer van het lijk van Marcus vanuit Alexandrië naar Venetië als schutspatroon van de stad gold. Om die reden kent Venetië zijn San Marco plein en basiliek, maar ook vrijwel elke plek waar de Venetianen neerstreken zijn afbeelding van de Gevleugelde Leeuw.

Een andere leeuw, op slechts enkele kilometers afstand van Nafplio (liggend aan de weg naar Epidauros) is de zogeheten Beierse Leeuw. Deze leeuw is in de rotsen ingehouwen op bevel van Ludwich I van Beieren ter nagedachtenis aan zijn soldaten die aan een epidemie ten prooi waren gevallen in Tiryns in 1833-34, terwijl ze probeerden het land te bevrijden van de talloze gewapende bendes die het land teisterden.

Palamidi

De Palamidi-heuvel, hoog boven Nafplio, is vanaf de oudheid tot aan 1711 onbevestigd geweest. In 1540 werd de heuvel voor het eerst gebruikt als basis voor het beschieten van Nafplio door de Turkse generaal Kasim Pasja, toen de stad tijdelijk in Venetiaanse handen was gekomen. Na de verovering van de Peloponnesus door de Venetianen onder Francesco Morosini, werd de heuvel in een recordtijd van 4 jaar uitgebouwd tot één van de sterkste forten van zijn tijd. In 1715 viel het fort echter al na korte tijd, door verraad van Lasalle, dezelfde ingenieur die het had aangelegd. Op 29 november 1822 werd het fort ingenomen door de Griekse commandant Staiko Staikopoulos met 350 soldaten. Vanaf dat moment wordt de bevrijding van de stad jaarlijks op 29 november herdacht.

 

Het fort bestaat uit 8 onafhankelijk van elkaar te verdedigen bastions, die met muren verbonden zijn, tegenwoordig vernoemd naar St. Andreas (centrale bastion), 6 oud-Griekse politici-generaals-helden, Leonidas, Miltiades, Themistokles, Epameinondas, Achilles, Phokion en het bastion Robert, vernoemd naar de Franse Philhelleen Robert, die stierf tijdens het beleg van de Acropolis in Athene. In principe maakte het niets uit, als één bastion was ingenomen. De andere 7 konden de verdediging gewoon voortzetten.

De bekendste toegang tot het fort loopt via een trap, die volgens de traditie bestaat uit 999 tredes (in werkelijkheid 857), en is aangelegd door gevangenen in de tijd van koning Otto.

 

bron: www.kastra.eu