Achaea

De regio Achaia was in de tijd van Pausanias zó sterk achtergebleven gebied, en zó sterk ontvolkt, dat hij grote moeite moet doen om een boek van 26 paragrafen met dit gebied te vullen. Om dit probleem op te lossen, voegt de schrijver na de onontkoombare vroegste geschiedenis, een excurs in over de volksverhuizingen die plaats vonden na de komst van de Doriërs (De Doriërs verdreven de oorspronkelijke bevolking van de Peloponnesos -bij Homerus geregeld Achaiërs genoemd- naar o.a. Achaia; de daar wonende bevolking, als afstammelingen van Ion, Ioniërs genoemd, werd eerst richting Athene verdreven, en ging vandaar vrijwillig door naar de kusten van het huidige Turkije, die in de klassieke oudheid bekend stonden als de landstreek Ionië), en vervolgens een nog uitvoeriger excurs over de botsingen tussen o.a. de Romeinen en de Achaïsche Bond. Pas halverwege paragraaf 16 gaat Pausanias over tot de beschrijving van het eigenlijke Achaia, waarbij dan nog eens 6 van de 10 overgebleven paragrafen worden ingenomen door de beschrijving van Patras zelf.

Aegion

Bouravallei

Rhion

Aegeira

Rhypai

Leontion

Patras

Arla

Dyme

Keryneia