Odeion van Herodus Atticus

 

 

 

Dit Romeinse Odeion werd gebouwd in 161 na Chr. door de Romeinse consul Herodes Atticus. Pausanias besteedt er in zijn boek over Attika geen aandacht aan, omdat – zo zegt hij – hij zijn boek over Attika al voltooid had, voordat het Odeion werd gebouwd. Herodes Atticus was de zoon van een zeer rijk man uit Marathon, die als een ware maecenas bouw projecten in heel Griekenland sponsorde, waaronder het stadion in Delphi, het stadion in Athene (het kallimarmaro, dat hij van marmeren banken liet voorzien) en dit Odeion onder de Akropolis. Hij liet het uit de rotsen aan de westkant van de zuid helling van de Akropolis houwen, als herinnering aan zijn vrouw, die in 160 na Chr. overleed. Een reconstructie van het gebouw met een gedeeltelijke overkapping wordt hieronder gegeven (uit ANCIENT GREECE, “Muses Publishers”).

 

 

 

 

 

Het was het derde Odeion dat in Athene gebouwd werd, na het Odeion van Perikles en het Odeion van Agrippa. Het heeft een diameter van 80 m. en biedt plaats aan 5000 toeschouwers. De voorgevel is 28 m. hoog, bestaat uit drie etages en is gevuld met vensters waarin standbeelden hebben gestaan. De zetels waren en zijn opnieuw bekleed met wit marmer. Het gebouw was versierd met marmeren details en beeldhouwwerk.. Men heeft een aslaag met resten van een cypressenhouten dak gevonden, wat er op duidt dat het Odeion overdekt is geweest met een houten dak. Het Odeion was verbonden met het Dionysus theater door middel van de Stoa van Eumenes, vermoedelijk uit dezelfde periode. Deze Stoa diende om de Atheners een droge wandeling te gunnen tussen de beide gebouwen bij slecht weer. Hij was genoemd naar de 2e eeuwse weldoener Eumenes II.