Museum Olympia

Het museum
Het museum van Olympia mag zonder meer als één van de belangrijkste musea voor de kennis van het antieke Griekenland gelden. Het museum herbergt de enorme aantallen votiefgaven en andere beeldhouwwerken van het heiligdom, waaronder enkele van de mooiste kunstwerken van Griekenland. Om er slechts enkele te noemen:

 

De Hermes van Praxiteles, een schitterend voorbeeld van een vierde eeuws beeldhouwwerk, de god Hermes voorstellend die de baby Dionysos op zijn arm draagt.

Het beeld, door Pausanias vermeld in de Heratempel, is ook werkelijk temidden van de brokstukken ervan teruggevonden.

De Nike van Paionios, een beeldhouwer uit Mende op Chalkidiki, die ook de acroteria van de tempel van Zeus heeft gemaakt. Het monument, volgens Pausanias opgericht ter ere van een overwinning van de Messeniërs op de Spartanen in 421 v. Chr, is wrschl. eerder opgericht ter viering van een aantal zeges samen. Met haar (door de wind) tegen het lijf aan geplakte gewaad, vormt het beeld een prachtig voorbeeld van een eind 5e eeuws vrouwenbeeld, stammend uit een periode waarin de beeldhouwers gefascineerd raakten door de vrouwelijke anatomie, maar zich geremd voelden om een vrouw naakt af te beelden. Met vleugels en al zou het beeld ruim 3 m. hoog zijn geweest, maar staande op een driehoekige sokkel van haast 9 m. hoogte, moet het nog veel indrukwekkender zijn geweest. De inscriptie op de sokkel is deels bewaard gebleven.

Olympia-nike2

Van groot belang zijn de gevelsculpturen van de grote tempel van Zeus.  Het fronton van de voorkant (boven) van de Zeustempel (Pausanias 10.10.8) stelt een z.g. Kentauromachie voor. Tijdens de bruiloft van de Thessalische koning Peirithoos waren van zijn buurvolkeren o.a. de Kentauren uitgenodigd. Na enige tijd ontaardde de bruiloft echter in een woeste vechtpartij, toen de Kentauren – verhit door de wijn – zich wilden vergrijpen aan de vrouwelijke bruiloftsgasten. Op vele Griekse tempels werd in de 5e eeuw een Kentauromachie afgebeeld als symbool voor de griekse strijd tegen de barbaren, een strijd die de Grieken natuurlijk hebben gewonnen.
De mededeling van Pausanias dat de figuur in het midden Peirithoos voorstelt, kan niet kloppen. Gezien de afmetingen van de centrale figuur (groter dan de stervelingen), moet dit een god zijn , vermoedelijk de god Apollo als vredesstichter.

 

 

Als voorbeeld voor de vele kleinere votiefgaven worden hier drie kleine archaïsche bronzen platen getoond, versierd met prachtig ingegraveerde mythes. Op de eerste zien we een detail van de strijd tussen de Lapithen en Kentauren, die ook bekend staat als Kentauromachie. Hier afgebeeld is de Lapith Kaineus, die door de goden was begiftigd met onkwetsbaarheid, en daardoor voor de Kentauren een tegenstander van formaat. In een (vaak afgebeelde) poging van hem af te zijn, sloegen de Kentauren hem maar bij levende lijve recht de grond in.

 

Op de tweede bronsplaat zien we hoe een krijger afscheid neemt van zijn vrouw en kind, op het moment dat hij op zijn wagen stapt.

 

De derde bronsplaat laat o.a. zien hoe Orestes, de zoon van de vermoorde Agamemnon wraak neemt door zijn moeder (die de moord had beraamd) te doorsteken.

Prachtig is ook het terracotta beeldje van Zeus, die de Trojaanse prins Ganymedes ontvoert. Zeus was zó gecharmeerd geraakt van het jongetje, dat hij besloot hem te ontvoeren naar de Olympos, hem daar van de eeuwige jeugd voorzag en de opdracht gaf op feesten zijn persoonlijke wijnschenker te zijn. Natuurlijk was Hera, de vrouw van Zeus, minder gecharmeerd van deze situatie. De Romeinse dichter Vergilius noemt de roof van Ganymedes als één van de grieven die Hera (Juno) heeft tegen de Trojanen, reden om de ondergang van de stad te beramen, en van heel het Trojaanse volk.

Ook staan er nog talloze beelden uit de Romeinse periode, waaronder de vrijwel complete set beelden van Herodes Atticus en zijn familie, afkomstig uit het Nymphaion.

Votiefhelm, gewijd door de 5e eeuwse Atheense staatsman Miltiades