Muzen-vallei

Het Muzenheiligdom op de Helikon omvatte feitelijk de hele bovenloop van de Termessos. Het heiligdom stond in een heilig woud, en omvatte vanaf de 3de eeuw voor Chr. een eenvoudig theater, een lange ionische zuilenhal, aansluitend op een klein tempeltje of altaar voor de Muzen. Het hier gehouden festival, de Mouseia, omvatte muziek en zangwedstrijden en later ook een toneelwedstrijd, en werd om de vier jaar gehouden. Het heiligdom dankte zijn faam vooral aan het feit dat de epische zanger-dichter Hesiodos in Askra is opgegroeid. In zijn Werken en Dagen (vs. 639 ev.) geeft Hesiodos overigens hard af op het dorpje Askra, die het een ellendig gehucht noemt, waar het zomer en winter slecht toeven is. Pausanias ging ervan uit dat het dorpje Askra uitsluitend nog een toren uit vroeger tijd bevatte, een mededeling waaraan de door hem bedoelde plek goed te identificeren viel.

Geheel boven, reconstructie van het Muzenheiligdom aan de bovenloop van de Termessos (overgenomen uit Papachatzis), met 1) het theatertje, 2) een lange stoa bestemd voor wijgeschenken, 3) een plek (puur hypothetisch) voor de standbeelden van de Muzen en 4) het altaar. Foto’s midden, de (macedonische) wachttoren bij Askra en de vallei van de Muzen. Rechts het theater (uitsluitend te herkennen aan de verdieping in het landschap) en de resten van het altaar.

Het Muzen-heiligdom is vermoedelijk gesticht naar aanleiding van de eerste 103 verzen van de Theogonie van Hesiodos, waar hij o.a. beschrijft hoe hij als eenvoudig herder (in een droom?) bezoek kreeg van de Muzen, die hem leerden hoe hij moest zingen. Ze gaven hem daarop een scepter in handen als teken van zijn nieuwe waardigheid en inspireerden tot een goddelijk gezang, om te bezingen “wat nog zal zijn en wat al geweest is”. Ook bevalen ze hem om het geslacht van de eeuwig levende goden te bezingen, maar altijd opnieuw de Muzen als eerste en als laatste in zijn gezang te noemen. Of  Hesiodos nu puur een fraaie inleiding voor zijn gedicht heeft gemaakt, met een literaire “dichterswijding”, of dat hij werkelijk een religieuze ervaring heeft mogen beleven zal natuurlijk nooit duidelijk worden. Feit is dat al voor Hesiodos het dal van de Termessos (of Permessos) werd gezien als gewijd aan de Muzen.

De negen Muzen op een Romeinse sarcofaag (2e eeuw) in het Louvre. Let op hoe hun functies worden aangeduid door de attributen die ze bij zich hebben, v.l.n.r.: Clio (geschiedenis > boekrol), Thalia (komedie > komediemasker en trompet), Erato (lyriek en erotische poëzie)?, Euterpe (muziek)?, Polyhymnia (religieuze poëzie > leunt op pilaar, diep in gedachten), Calliope (epos > schrijftafeltje), Terpsichore (dans > lier), Urania (astrologie > sfeer van sterren), Melpomene (tragedie > tragediemasker).