Hosios Loukas

Hosios Loukas: algemeen

De resten van het antieke Stiris zijn mogelijk verdwenen onder het prachtige klooster Hosios Loukás, gewijd aan de heilige Loukas Stiris, die hier in 953 is gestorven. De grote kerk, gewijd aan Lucas, dateert uit 1011-48 en bevat prachtige mozaïeken. De kleinere kerk die eraan vastzit (Theotókos) dateert van ongeveer 50-60 jaar eerder en bevat opnieuw belangrijke mozaïeken.

Het hele complex is rond 1011 gesticht door Romanos, ter ere van de vervulling van Loukas’ voorspelling (in 941) dat Kreta bevrijd zou worden van de overheersing door de Saracenen door een keizer genaamd Romanos. Twintig jaar later kwam Loukas’ voorspelling uit, waarna een sterk herstel van Byzantium’s macht plaatsvond onder een aantal energieke soldaten keizers. Om dit succes te vieren lieten de keizers bovenop de oude kapel van de Heilige Barbara (waar ook het gebeente van Loukas rust) een nieuwe, grote kerk bouwen. De kruisvorm van de grote kerk is een voorbeeld geworden voor vele latere byzantijnse kerken. De mozaïken en de architektuur samen maken het klooster tot één van de belangrijkste middeleeuwse gebouwen in Griekenland, slechts vergelijkbaar met het klooster van Dafni bij Athene.

 

Hosios Loukas, Theotokos-kerk

De oudste kerk van de dubbelkerk van het klooster is die van de Panagia Theotokos (Maria, Moeder van God) en dateert uit rond 950. Hij is daarmee ongeveer een eeuw ouder dan de aangrenzende katholikon, en het oudste voorbeeld van een z.g. ‘kruiskoepelkerk’, waarbij vier zuilen in het vierkant het centrale kruisgewelf (met koepel) ondersteunen. Deze centrale ruimte heeft aan de westkant een narthex gekregen (voorhal), waarvoor nog weer een portico staat. Opvallend is vooral de versiering van de buitenmuren, uitgevoerd in een soort van cloisonné techniek, waarbij de de rijen stenen om beurten worden omgeven met bakstenen.

Katholikon

Hosios Loukas, Katholikon

Het is onbekend wie de grote katholikon kerk van Hosios Loukas heeft gebouwd. Zeker lijkt wel dat de zeer luxueuze uitvoering met marmerplaten en de prachtigste mozaïeken te maken heeft met de alsmaar groter wordende roem van het graf van Lucas, dat men hier meende te hebben gevonden. De koepel behoort met een diameter van 9 meter tot één van de grootste koepels van kloosterkerken überhaupt en de mozaïekversiering uit de 11e eeuw is slechts te vergelijken met kloosterkerk in Daphni (beperkte openingstijden vanwege restauratiewerk). De koepel wordt hier gedragen door acht steunberen, die tezamen een achthoek vormen.

In de mozaïeken van het katholikon zien we prachtig het standaard decoratie programma van een byzantijnse kerk. Alles beheersend is altijd de figuur van Christus Pantokrator (De Albeheerser), die vanuit zijn hoge positie alle gelovigen omvat en kan beschermen; overigens hier verloren gegaan en vervangen door een fresco. De laagste versiering in een byzantijnse kerk is gewijd aan een grote serie heiligen, die als het ware de gelovige opnemen in hun midden. Afgewisseld met Iconen, vormen deze heiligen een aansporing om vooral toch niet te verzaken. De gewelven direct onder de centrale koepel tonen gewoonlijk scènes uit het leven en dood van Christus, van de Verkondiging, naar de Geboorte (vaak in een grot), naar de Presentatie in de tempel, de Doop, de Transformatie (een thema dat in westerse kerken onbekend is; en verwijst naar Matthaeus 17:1-9 waar wordt verteld hoe Jezus enkele discipelen meenam naar een berg om daar te bidden; daarbij transformeerde hij tot een figuur van helder stralend, verblindend licht, terwijl de al eeuwen dode profeten Mozes en Eliah naast hem verschenen), de Kruisiging, de Afname van het kruis, de Bewening door Maria, de Opstanding (met de Redding van Adam). De apsis is standaard gereserveerd voor Maria met op haar schoot het kindje Jezus, terwijl de koepel boven de apsis is versierd met een afbeelding van het Paaswonder. Aangezien zowel het Paaswonder, als de Geboorte van Jezus, als de Zegening van het brood van de eucharistie werden gezien als werken van de Heilige Geest, verwijzen deze afbeeldingen allemaal naar het Wonder van de Vleesgeworden Verlosser en de Eucharistie. Tenslotte vinden we in de narthex, de voorhal van de kerk, waar de monniken ‘s nachts bijeen kwamen om te bidden, zodat niet de hele kerk hoeft te worden verlicht, en waar ook de dodendiensten werden gehouden, opnieuw heiligen, maar ook scènes met de apostelen (de voetwassing, die de monniken op hun plicht van dienstbaarheid moet wijzen) en de wederopstanding uit de doden (die troost moet geven bij de dodendiensten). De doorgang van narthex naar de kerk wordt gezegend door een majesteitelijke Christus.