Haliartos

De Boiotische stad Haliartos, gelegen aan de zuid-oever van het oude Kopaïsmeer, was al bevestigd in de Mykeense periode, wordt genoemd door Homeros (2.503) en was daarom al vroeg van enig belang. In de geschiedenis wordt de stad vooral genoemd naar aanleiding van de dood van de Spartaanse generaal Lysander in 394 voor Chr. Haliartos werd in 171 voor Chr. Door de Romeinen ingenomen en verwoest in de oorlog tegen Perseus de Makedoniër, waarna het gebied aan Athene werd gegeven (de bekende Attische stad, óf  het door Pausanias genoemde dorpje aan het Kopaïsmeer?). Het gezamenlijke heiligdom voor Poseidon in Onchestos viel nominaal onder de zeggenschap van Haliartos.

 

De middeleeuwse dorpjes Moulki en Kribá zijn in de 20e eeuw hernoemd tot Haliartos. In de 20e eeuw is het stadje ook tot bloei gekomen, met name door de drooglegging van het oude meer van Kopaïs, waardoor er meer landbouwgrond beschikbaar kwam en de endemische malaria werd uitgeroeid.

 

Het stadje is momenteel vooral te herkennen aan een middeleeuwse wachttoren die (ruïneus) in z’n volle hoogte te bewonderen is. De antieke akropolis, waarop een Athena-tempel moet hebben gelegen, is tegenwoordig een kale heuvel aan de rand van het stadje. Talloze (onbeduidende) muurresten aan de voet van de akropolis getuigen van de vroegere bloei van Haliartos.

 

Boven: de resten van een middeleeuwse wachttoren bij Haliartos en de akropolis van Haliartos. De munt uit Haliartos toont aan de ene zijde het symbool van de Boiotische Bond (een schild) en aan de andere zijde de god Poseidon.