Kaap Sounion is het meest zuidelijke puntje van Attika. Het is een rotsige kaap, die hier zo’n 70 meter hoog boven de zee uittorent, met precies bovenop die rots een tempel gewijd aan Poseidon, gebouwd rond 444 v. Chr. De tempel staat precies op de fundamenten van een archaïsche tempel, die (nog voordat hij helemaal afgebouwd was) door de Perzen werd verwoest in 480 v. Chr. en waarvan de resten (plus talloze fragmentarische wijgeschenken) bij de herbouw werden begraven.
Het tempelterrein kende een monumentale voorhal (13 x 9 m.), waarvan schamele resten bewaard zijn gebleven, een muur die de hele heilige hof omgaf, en twee zuilenhallen, die dienden ter beschutting van bezoekers en voor de handel. Eén van de twee zuilenhallen bezat ook van binnen zuilen, zoals op de luchtfoto zichtbaar is. De tempel zelf, omringd door 6 x 13 zuilen, is het werk van dezelfde architect die de Hephaestus-tempel in Athene heeft ontworpen (net als de tempel van Nemesis in Rhamnous). De vorm is dan ook grotendeels hetzelfde, met een rechthoekige voorhal en achterkamer, met twee zuilen in de doorgang naar beide kamers. In elk geval in de voorhal was een doorlopend (‘Ionisch’) fries te zien langs alle vier de muren, dat helaas zeer slecht bewaard is en dat te zien is in het archeologisch museum in Laurion. De achterkamer had waarschijnlijk geen fries (de Hephaestus-tempel wel), aangezien alle fragmenten van het fries aan de oostkant van de tempel zijn gevonden. Op de friezen van de tempel (nu zeer fragmentarisch en alleen te zien in het museum) zien we onder meer een Gigantomachie, de strijd tussen Lapithen (mensen) en Centauren, allegorische verwijzingen naar de strijd tussen de Grieken (beschaving = goden, Lapithen) en de Perzen (barbarij = Giganten, Centauren). Volgens sommige geleerden waren er ook enkele daden van Theseus te zien, misschien de Minotaurus en de Stier van Marathon. Op het reliëf links is geen Centaur bewaard; het reliëf rechts toont een strijdwagen, wat niet past in een Centauromachie, maar wel een Gigantomachie. Door sommigen wordt daarom links de Minotaurus gereconstrueerd. De metopen van de tempel waren onversierd. De cella, een raamloze, rechthoekige ruimte, bevatte ooit een reusachtig beeld van Poseidon, mogelijk van goud en ivoor en vergelijkbaar met de bekende Poseidon van Artemision in het Nationaal archeologisch museum. Volgens de geschiedschrijver Herodotus (6.87) vierden de Atheners hier eens in de vier jaar een groot festival ter ere van Poseidon. Na de zeeslag bij Salamis zetten de Atheners ter plekke een compleet Perzisch oorlogsschip neer als tribuut aan de godheid.
Tijdens de Peloponnesische oorlogen (in 413 v C) hebben de Atheners de nederzetting met tempel gefortificeerd om te voorkomen dat de kaap in Spartaanse handen zou komen, hetgeen de aanvoer van graan naar Athene in gevaar zou brengen. Behalve als plek voor de tempel deed kaap Sounion ook dienst als uitkijkpost voor Athene, en als fort voor het stadje Sounion. De site is in 1884 door Dörpfeld aan archeologisch onderzoek onderworpen. In 1906 werden oostelijk van de tempel een meer dan levensgrote archaïsche kouros teruggevonden, en een zeer fraai reliëf van een zichzelf bekransende atleet. Sounion is erg in trek bij toeristen, maar ook bij de Grieken zelf, die er graag de zonsondergang bekijken. Veel mensen, waaronder Lord Byron hebben in de loop der eeuwen hun naam ingekrast in de stenen. Die van Byron is aan de voorkant van de tempel te vinden. Hij heeft zijn naam hier mogelijk laten graveren bij zijn eerste bezoek aan Griekenland, tijdens zijn ‘Grand Tour’. In zijn gedicht Isles of Greece schrijft de dichter:
Place me on Sunium’s marbled steep,
Where nothing, save the waves and I,
May hear our mutual murmurs sweep..