Thebe

De oudheden van het ooit zo roemruchte Thebe zijn schaars en verspreid over de moderne stad. In de oudheid speelde Thebe een grote rol vooral in de Mykeense periode  en in de klassieke en postklassieke periode als bondgenoot-rivaal van Sparta en tijdens de kortstondige machtsontwikkeling onder Epameinondas). Helaas vond Alexander de Grote het nodig de stad met de grond gelijk te maken en de bevolking in slavernij te verkopen. En alhoewel de Macedoniërs alweer snel tot de herbouw overgingen, zou de stad geen schaduw meer worden van haar vroegere zelf. In de tijd van Pausanias was alleen de Kadmeia nog bewoond en was de onderstad gereduceerd tot een puinhoop. De moderne bezoeker zal slechts weinig resten van de antieke stad tegenkomen. De kaart (rechtsboven) vertoont daarom de nodige vraagtekens. In de Griekse mythologie speelt Thebe in vele mythes een hoofdrol. Zo is de stad gesticht door de heros Kadmos uit Phoenicië, die op zoek was naar zijn (door Zeus ontvoerde) zuster Europa. De halfgoden Amphion en Zethes hebben de onderstad ommuurd; de tragedies over Oedipous en Antigone, evenals de Zeven tegen Thebe spelen zich hier af; Thebe stond bekend als de stad van Herakles; tenslotte staat Thebe nog bekend als geboorteplaats van de god Dionysos, etc.
Het grote archeologische museum is echter een absolute must voor ieder die in de oudheid is geïnteresseerd. Het bezit een zeer ruime collectie aan materiaal uit de stad zelf en de complete regio Boiotië.

Foto’s boven: de Frankische toren van Thebe, de heuvel met het heiligdom van Apollo Ismenios en de schaarse resten ervan, onder een enorm Mykeens kamergraf  en (vanuit de lucht) resten van de Elektrapoort (no. 1 op de kaart).

De oudste nederzetting lag op de latere akropolis, de Kadmeia, of: de stad van Kadmos. Omdat deze heuvel nog altijd het centrum vormt van de moderne stad, zijn er hier slechts noodopgravingen verricht, waarbij desondanks een schat aan materiaal tevoorschijn kwam, die duidelijk maakt dat Thebe in de Mykeense tijd één van de twee belangrijkste stedelijke centra is geweest. In Lineair B teksten uit 1300-1200 v.C. van de Kadmeia komen vele namen van dorpjes en steden voor die we ook kennen uit Homerus en Pausanias, en ook soms in de klassieke tijd nog belangrijk zouden zijn. Deze teksten zijn nu te zien in het museum, evenals (sterk fragmentarische) muurschilderingen uit het paleis. Een buitengewoon fraai fries toont ons een serie (levensgrote) vrouwen die offers komen brengen, zoals op contemporaine muurschilderingen in Egypte vaak scènes voorkomen van buitenlanders die hun tribuut komen brengen. Duidelijk is dat de Thebaanse vorsten niet onder wilden doen voor de Egyptenaren.

Thebe in de mythologie

Kadmos en de stichting van Thebe

Kadmos was de zoon van een koning van Phoenicië, die in opdracht van zijn vader met een grote groep volgelingen richting Griekenland was getrokken op zoek naar zijn ontvoerde zus Europa. Na een langdurige – maar vergeefse – speurtocht, raadpleegde hij het orakel in Delphi, dat hem aanraadde om de zoektocht op te geven en een stad te stichten. De plek waar hij die stad moest stichten, zou hem getoond worden door een rondzwervende koe. Daar waar dit beest ging liggen, moest hij zijn stad stichten. Helaas voor Kadmos, bleef zijn nieuw gestichtte stad, Kadmeia, onbewoond. Daarom doodde Kadmos de slang/draak die de belangrijkste bron bewaakte, en zaaide zijn tanden in de grond. Hieruit groeiden de zwaar bewapende Spartoi (“de Gezaaiden”), de oudste bewoners van Thebe en de voorvaderen van de latere adellijke geslachten van Thebe.

De stad werd afgemaakt door de Spartoi tweeling Amphion en Zethos, die de muren van de Kadmeia bouwden en de stad vergrootten door ook het gebied aan de voet van de acropolis te gebruiken. Deze vergrootte nederzetting kreeg de naam Thebe, naar de vrouw van Zethos.

De dood van Dirce

Dirce was de vrouw van koning Lycus van Thebe, en de tante van Antiope. Toen Zeus (vermomd als satyr) Antiope bezwangerde, vluchtte Antiope beschaamd weg naar het hof van Epopeus in Sikyon. Lycus verzamelde zijn leger en trok op naar Sikyon om haar terug te krijgen, en bracht haar tegen haar zin terug naar de stad. Onderweg baarde zij echter de tweeling Amphion en Zethos, die ze achterliet in een grot bij een herder. Dirce haatte Antiope, en mishandelde haar voortdurend vanaf het moment dat de koning haar aan haar schonk. Uiteindelijk ontsnapte Antiope aan haar plaaggeest en vluchtte naar de grot van haar beide zoons, die inmiddels tot krachtige jongemannen waren uitgegroeid. Dezen weigerden haar te geloven en als moeder te erkennen, totdat Dirce ook bij de grot aankwam en de vrouw opeiste om haar wreed te doden. De net teruggekeerde herder overtuigde de jongens ervan dat Antiope de waarheid sprak, waarna zij de wrede Dirce vastgrepen en aan de horens van een woeste stier vastmaakten. Dit dier sleepte de ongelukkige Dirce mee en vertrapte haar totaal. De god Dionysos, die door Dirce aanbeden werd, liet een bron ontstaan op de plek waar Dirce stierf, terwijl de hoogste magistraat van Thebe (de hipparch) zijn opvolger bij haar graf de eed afnam. De belangrijkste afbeeldingen van deze mythe bevinden zich momenteel in Napels, waar in het plaatselijk museum zowel een schitterend fresco uit Pompei wordt bewaard, als een enorme beeldengroep gemaakt voor het badhuis van Caracalla in Rome naar een Grieks Hellenistisch origineel uit de tweede eeuw voor Chr.

Amphion en Niobe

Amphion en Zethos regeerden volgens Pausanias nog enige tijd over Thebe, terwijl Amphion de benedenstad van Thebe bevestigde door op zijn lier te spelen. Dit deed hij zó goed dat rotsblokken in de buurt erdoor werden aangelokt, en zich vanzelf tot een muur opstapelden. Amphion gold daarnaast als echtgenoot van de ongelukkige Niobe, die de woede van Apollo en Artemis over zich afriep door op te scheppen over háár veertien kinderen, tegenover Leto’s tweeling. Ervan overtuigd dat ze daarmee meer verering verdiende dan Leto, maakte ze zich schuldig aan hybris (hoogmoed), waarna Apollo en Artemis, de tweeling van Leto, al haar kinderen neerschoten (= aan de pest lieten overlijden).

De hier besproken mythe werd in Klein-Azië verbonden met een bepaalde rots, die de versteende Niobe zou moeten zijn, en soms zelfs nog steeds zou huilen.

Oedipous

Het tweetal Amphion en Zethos, dat Lycus verjoeg en de benedenstad van Thebe stichtte speelde slechts tijdelijk een rol in de mythologie. Als klein kind was Laios het paleis uitgesmokkeld toen Amphion en Zethos de macht over namen. Na de jammerlijke dood van de kinderen van Amphion en Niobe keerde Laios terug naar Thebe en nam de macht weer over. Helaas was het lot ook Laios niet gunstig gezind: toen hij een zoon had verwekt bij zijn vrouw Iokaste, vertelde het orakel hem dat deze jongen hem uiteindelijk zou vermoorden en met zijn eigen moeder zou trouwen. De tragische lotgevallen van Oedipous en zijn familie waren het gevolg, verhalen die in de Griekse tragedie uitvoerig zijn bewerkt.

Links: Oedipous heeft zichzelf de ogen uitgestoken, nadat hij had moeten zien hoe zijn eigen vrouw (en moeder!) zelfmoord had gepleegd, toen zij besefte met haar zoon te zijn getrouwd, die ook nog eens de moordenaar was van haar eerste man.