Megara

Megara wordt bij Homeros in het geheel niet genoemd, al zijn er mensen die een identificatie met Nisa (Ilias 2, 508) voorstellen. In de geometrische periode was (het Dorische) Megara in elk geval onafhankelijk en speelde het een belangrijke rol bij het stichten van enkele kolonies overzee, zoals de stad Megara Hyblaia in 728 voor Chr. en Byzantion in 660 voor Chr. Rond 640 voor Chr. wierp een volksmenner genaamd Theagenes zich op als tiran van de stad, terwijl zijn schoonzoon Kylon een (mislukte) gooi deed naar de alleenheerschappij van Athene. Megara en Athene legden beiden claim op het bezit van Salamis, hetgeen tot voortdurende strijd leidde totdat Athene rond 570 het eiland definitief in handen kreeg. In 461 sloot Megara, dat zich bedreigd zag door Korinthe, tijdelijk een bondgenootschap met Athene, maar sloot zich later toch weer aan bij de Spartanen.
De stad is echter economisch nooit meer hersteld van de schade opgelopen tijdens de Peloponnesische oorlog, ook al bleven de fortificaties lang genoeg bestaan om nog in de 5e eeuw na Chr. te worden gerepareerd. De stad zelf  lag op 2 km van de kust, had twee aparte akropoleis (Karia en Alkathous), een haven genaamd Nisaia (door de Atheners in 461 met Megara verbonden door het aanleggen van een  dubbele muur) en een eilandje Minoa, recht voor z’n haven. Aan antieke monumenten bezit Megara vrijwel niets meer, behalve de resten van het bronhuis van Theagenes.

 

Foto’s boven vlnr. de skironische rotsen onderweg  van Korinthe naar Megara; de Skiron-tunnel, genoemd (net als de rotsen) naar de mythologische misdadiger, die voorbijgangers dwong hem de voeten te wassen, maar ze daarbij in zee schopte, waar een vleesetende schildpad ze opat; het museum van Megara (verboden te fotograferen!) Onder, het bronhuis van Theagenes, een grote cisterne.

Rechts: Het heiligdom voor Zeus Aphesios, genoemd door Pausanias 1.44.9. (Plattegrond uit Muller BCH 107 (1983), die de oorspronkelijke interpretatie uit 1887 volgt. Het complex bestaat dan uit een kleine prostyle tempel (A), compleet met altaar (C ?). Ten westen hiervan bevindt zich een groter complex, bestaand uit een binnenplaats (H), 3 eetzalen (H2, 5, 6) en meerdere kleinere kamertjes. Dit complex is zowel als vroegchristelijk klooster geïnterpreteerd, als als heiligdom voor Asklepios (met een incubatie-zaal (I) en een adyton (H 4). Overigens interpreteert Papachatzis het complex als garnizoenspost voor de bewaking van de weg  Megara- Korinthe.\

 

Onder v.l.n.r.: het cultusbeeld van Asclepius en Hygeia van Bryaxis, van Artemis van Bryaxis (of dat van Strongylion Paus. 1.40.2), en dat van Zeus Olympios van Theokosmos op drie muntjes uit Megara uit de Romeinse periode.

Alle drie de afbeeldingen zijn aanklikbaar voor een vergrote weergave. De beide munten zijn ontleend aan Papachatzis.