De Mani, de middelste vinger van de Peloponnesos, is een uniek gebied van overweldigende schoonheid. De bezoeker ontmoet er een wilde, ontoegankelijke natuur, steile bergen, stille stranden, indrukwekkende grotten en de unieke “torens van de Mani” (de uitdrukking van de trotse en koppige aard van de oude bewoners, die zich maar met moeite lieten onderdrukken, maar ook onderling voortdurend in onmin met elkaar lagen), de vele 12e en 13e eeuwse kerkjes met fraaie fresco’s (helaas meestal op slot), de enorme Frankische burcht van Mezapos en het dodenorakel van Poseidon Hippios op kaap Tainaron (Matapan).
Een bezoek aan de Mani kan het best beginnen in Areópolis, een stadje dat ooit Tsimóva heette. Het stadje werd hernoemd – naar Ares, de god van de oorlog – omdat het stadje geldt als dé plek waar de Onafhankelijkheidsoorlog is begonnen. Het heeft een klein museum dat een múst is voor iedereen die een bezoek wil brengen aan de talloze kerkjes van de Mani, zoals de Agia Barbara linksonder. Vlak bij Areópolis bevinden zich ook de bekende druipsteengrotten van Pyrgos Dírou (foto rechts).