De vierde kruistocht nu deed een poging om de moeilijke weg over land te vermijden. Uitgeroepen door paus Innocentius III verzamelden de kruisvaarders zich onder leiding van Bonifatius van Montserrat in Venetie en, om vandaar naar Egypte te zeilen. Omdat de kruisvaarders niet over het benodigde geld beschikten om de Venetiaanse vloot voor de overtocht te betalen, sloten ze een overeenkomst met Venetie om eerst naar de Dalmatische kust te varen, om daar de stad Zara, die in opstand was gekomen tegen de Venetiaanse overheersing en was overgelopen naar de Hongaren, te veroveren voor de Venetianen. Zo geschiedde, alhoewel de inwoners van Zara kruisen aan de muur hingen om hun christelijke identiteit te onderstrepen, werd de stad ingenomen in 1202 en overhandigd aan Venetie.
Ondertussen had Alexios Angelos, de zoon van een afgezette keizer van Byzantium, de hulp ingeroepen van paus Innocentius III en enkele europese vorsten om als keizer van Byzantium te worden geïnstalleerd. Hij beloofde de kruisvaarders enorme sommen goud, en onderwerping aan de Paus in Rome als zij hem op de troon zouden helpen, waarna de kruisvaarders accepteerden en Alexios zich in 1203 bij de kruisvaarders voegde. Het plan van Alexios lukte, eventjes! Toen de kruisvaarders voor de muren van Byzantium verschenen vluchtte de regerende keizer en Alexios werd als Alexios IV samen met zijn vader Isaak II geïnstalleerd als keizer. Er bleek echter niet genoeg geld te zijn om de kruisvaarders te betalen, terwijl het voorstel tot onderwerping aan de paus tot rellen leidde, waarin Alexios IV omkwam, en zijn vader gevangen werd gezet. Een overval van de nieuwe keizer Alexios V op de kruisvaarders bleek rampzalig: na enkele dagen vechten wisten de kruisvaarders Constantinopel in te maken, waarna een dagenlange plundering van de stad volgde, waarin talloze kustwerken werden vernietigd of naar Venetië getransporteerd. Na deze plundering werd Boudewijn van Vlaanderen in 1204 ingehuldigd als keizer van het nu “Latijnse” keizerrijk.