Karytaina-Brenthe

De stad Brenthe lag op de plek van het huidige Karýtaina en was al in de tijd van Pausanias verlaten. In de vroege middeleeuwen werd de stad een toevluchtsoord voor de bewoners van Gortys, waarvan de naam (in sterk verbasterde vorm) nog immer voortleeft in het huidge Karýtaina. De Frankische kruisvaarders maakten Karýtaina tot de hoofdstad van de baronie “de Caritaine” en bouwden er onder leiding van Hugo de Bruyères  in 1254 het kasteel dat nog steeds (sterk vervallen) bovenop de heuvel ligt. In het kasteel zijn nog enkele hergebruikte antieke stenen uit Brenthe zichtbaar (foto’s rechts).

In 1320 werd het kasteel door de Byzantijnse heersers in Mystrás (Andronikos II Palaiologos) overgekocht van z’n Frankische heer, waarna het tot 1428 in Griekse handen bleef, waarna het in handen kwam van o.a. de Venetianen en de Turken. Het is vanuit dit kasteel dat Kolokotronis (die het deels liet restaureren) in de onafhankelijkheidsoorlog het hoofd heeft geboden aan de Turkse generaal Ibrahim Pasha met zijn troepenmacht uit Egypte. Ter ere hiervan staat halverwege het pad omhoog een monument voor deze vrijheidsstrijder. Binnenin het driehoekige kasteel ligt nog (ruïneus) een hal met grote ramen en (oorspronkelijk) een overwelfd dak. Het uitzicht vanuit het kasteel is indrukwekkend.

 

De Frankisch-Byzantijnse brug over de Alpheios (nu vervangen door een moderne betonnen brug) is beroemd. Naast het kasteel en deze brug verdient de kerk voor de maagd Maria (Panaghía) aandacht met een Frankische klokkentoren, net als die van St. Nikólaos. Het minuscule stadje zélf is buitengewoon schilderachtig en is sterk gerestaureerd.